Het is geen toeval, de ontdekkingsdrang van onze klanten. Maar Marion (64, ex-apotheker) en Nico (69, ex-beleidsmedewerker) spannen toch behoorlijk de kroon. Van oorsprong zeilers, die elkaar ook op het water hebben ontmoet. Jarenlang werkten ze in hun vrije tijd in Friesland als zeilinstructeurs en zelfs nu nog vallen ze af en toe in. Op grotere zeilschepen voeren ze op IJsselmeer en Waddenzee. Maar ook in en rondom New York, Spitsbergen, Noorwegen, Engeland, Antarctica… En er staan nog vele nieuwe bestemmingen op hun programma. Naast zeilen, zijn ook fietsen, maritieme muziek en culinaire geneugten favoriete hobby’s. Tot 2001 trokken zij daarvoor vaak met auto, tent en fietsen door Europa. In dat jaar kwam de eerste camper in beeld, op basis van een T3. In 2012 werd deze vervangen door een T4 met hoogdak. Ook met deze camper hebben zij al de nodige korte en langere reizen gemaakt, onder andere door Marokko. Lees hun uitgebreide reiservaringen, die bijna een levensverhaal vormen. Maar de rode draad is overduidelijk: actief zijn en veel ontdekken, verrijkt je leven en houd je jong!
Een leven van ontdekken en ontmoeten
Liefde voor het zeilen heeft ons bijeen gebracht. We hebben elkaar eind 1970 in onze studententijd ontmoet bij de toenmalige zeilschool Het Molenhuis in Woudsend (Friesland), waar we beiden tijdens onze vakanties als vrijwilliger (maar wel gediplomeerd) zeil-, surf- en kano-instructie gaven aan kinderen en volwassenen. We zijn er uiteindelijk ruim 15 jaar actief gebleven, waarin we heel wat kampweken hebben gedraaid. Toen eind jaren ’80 nogal wat kinderen van collega-instructeurs uit onze begintijd als deelnemers naar de zeilschool kwamen begonnen we ons toch een beetje (te) oud te voelen en hebben we onze activiteiten beëindigd; overigens ook omdat we inmiddels alle twee werkten en dus niet zoveel vrije tijd meer hadden. Maar tot op de dag van vandaag zijn we lid van de zeilschool, die tegenwoordig Op de Helling heet en nu vanuit Heeg opereert. De afgelopen jaren werden we zelfs samen met enkele andere oud-instructeurs af en toe gevraagd om in voor- of naseizoen bij te springen als er onder de huidige groep vrijwilligers onvoldoende mensen beschikbaar waren om te schipperen. We vinden het geweldig om te zien dat de sfeer die ons zoveel jaren heeft aangetrokken, eigenlijk nog steeds dezelfde is en dat ook jongeren van nu als vrijwilliger, maar wel zeer professioneel en met groot plezier, anderen de lol van het zeilen willen laten beleven. We hebben ook nog regelmatig contact met andere oud-medewerkers van de zeilschool. Zo organiseren we eens in de twee jaar met elkaar een weekend, waarin we op de een of andere manier het water opgaan. Omdat niet iedereen meer even mobiel is wordt het varen in een kleine open boot zo langzamerhand voor een aantal van ons bezwaarlijk, maar tot nu toe weten we gelukkig altijd een oplossing te vinden die het weekend voor iedereen leuk maakt.
Tall Ships
Ook varen we soms mee met vrienden die een schip uit de bruine vloot (zoals bv een tjalk of een botter) bezitten of huren en dan gaan we daarmee het IJsselmeer of de Waddenzee op. Maar sinds een jaar of zes zijn we vooral begeesterd door het zeilen met een Tall Ship op zee. Het begon in 2009 toen we in Amerika twee weken als deel van de vrijwillige crew meevoeren op de Half Moon. Dat is een in de jaren ’80 in Albany (NY) gebouwde replica van de Halve Maen, het schip waarmee Henry Hudson in 1609 het gebied verkende dat later the New Netherlands werd genoemd met de nederzetting Nieuw-Amsterdam, dat nog weer later New York ging heten. De Half Moon deed dienst als drijvend klaslokaal voor schoolkinderen én als drijvend museum over de New Netherlands periode. We vonden het een zo bijzondere ervaring dat we in najaar 2010 opnieuw een paar weken zijn mee geweest, toen vanuit Albany over de Hudsonrivier naar New York en vervolgens via de Long Island Sound naar New London en vandaaruit de Connecticut River op naar East Hartford. We hadden vorig najaar nog het voornemen om dit najaar opnieuw aan te monsteren, tot we hoorden dat het schip naar Nederland zou komen. De Amerikaanse eigenaar heeft het voor 5 jaar in bruikleen gegeven aan het Westfries Museum in Hoorn en de Halve Maen ligt daar nu sinds eind mei als onderdeel van het Centrum Varend Erfgoed.
Verre zeilreizen
In juli 2010 zijn we als passagier aan boord van de driemaster de Antigua (een barkentijn voor de liefhebbers) rond Spitsbergen gezeild. Elke dag mbv een zodiac één of meer landingen waar we olv twee gewapende gidsen (vanwege de ijsberen) een gebied verkenden. Een prachtige reis, zowel wat het land als wat het varen betreft. Spitsbergen is natuurlijk al een ‘leeg’ land waar meer dieren dan mensen wonen. En de belevenis om op volle zee 360graden om je heen te kijken en geen enkel teken van andere menselijke aanwezigheid te zien dan die op het schip zelf: fantastisch! In 2011 en 2012 hebben we een paar kortere reizen gemaakt, o.a. met de Clipper Stad Amsterdam naar Noorwegen en met de Bark Europa van Cornwall naar Amsterdam. Met dit laatste schip zijn we in februari 2013 vanuit Ushuaia in Argentinië naar Antarctica en weer terug gezeild, heen en weer over de beruchte Drake Passage en langs Kaap Hoorn. Net zo fantastisch als de Spitsbergenreis wat het landschap betreft en tav het zeildeel helemaal het ultieme genot, omdat je als passagier meedraait in het wachtensysteem. Mooiste moment voor ons was toen we ’s nachts om 4 uur halverwege de Drake Passage bij windkracht 9 tot 10 samen aan het roer stonden met verder alleen de kapitein bovendeks; muren van water aan bak- en stuurboord in het donker boven ons uittorenend die het schip omhoog stuwden en weer lieten zakken, zodat we het gevoel hadden dat we in slow motion aan het trampoline springen waren. We hopen nog een aantal mooie zeilreizen te kunnen maken in de komende jaren. Behalve dat we graag nog een keer naar zowel de Noord- als de Zuidpool willen terugkeren, staan een trans-Atlantische oversteek met de Stad Amsterdam of de Bark Europa en een reis met de Oosterschelde naar Kaap Verdië op het verlanglijstje.
Van kamperen naar camperen
Zowel het zeilen als kamperen geven ons een groot gevoel van vrijheid, waarbij allerlei kleine en grote beslommeringen snel heel ver weg lijken. Onze andere hobby’s (fietsen, maritieme muziek en culinaire geneugten) zijn heel goed te combineren met kamperen. Tot 2001 trokken we rond met auto, tent en fietsen. Maar de tent, in de jaren ‘60 gekocht door Marion’s ouders, werd langzamerhand slechter en begon steeds vaker door te lekken. Midden jaren ’90 hadden we al eens met een huurcamper door het Canadese Québec gereisd en dat was ons uitstekend bevallen. Een caravan wilden we beslist niet en toen in 2001 een collega van Nico zijn T3 camper te koop aanbood leek ons dat een prima opvolger van onze oude tent.
Marie
De T3 dateerde uit 1985 en had een vast hoog dak. In de eerste 10 jaar van zijn bestaan was hij gebruikt als kantinedienstwagen (een zgn. kadi) door de mobiele politie. Achter de bestuurdersstoel zat een groot luik, waar doorheen destijds de koffie en broodjes aan de agenten werden overhandigd. Toen hij door de politie werd afgedankt heeft een particulier hem gekocht en m.b.v. de firma Reimo omgebouwd tot een tamelijk spartaanse camper. Er zat geen greintje van de tegenwoordige luxe in, zoals een koelkastje of porta potti. Nico’s collega had hem van die particulier gekocht en heeft er een grote reis naar het Midden-Oosten mee gemaakt. Zover zijn wij er nooit mee geweest; onze reizen beperkten zich tot Frankrijk, Duitsland en de Benelux. Dat had vooral te maken met het vrij geringe motorvermogen. De bus kon niet veel harder rijden dan ongeveer 95km/uur en met heuvelachtige wegen liep dat rap terug naar zo’n 60 km/uur. Een echte ‘onthaast’-auto dus, die we inmiddels ‘Marie’ hadden gedoopt, naar een liedje over ene ‘Marie du kadi’ van één van onze destijds favoriete muziekgroepen. Maar het gebeurde wel eens dat we heuvelopwaarts op de strook voor langzaam verkeer op de hielen werden gezeten door een vrachtwagen en dat waren bepaald angstige momenten. Marie was mooi van lelijkheid en haar motor deed het werkelijk altijd. Maar helaas dateerde de rest van de bus ook uit 1985 en dat hebben we geweten. In de loop der jaren hebben we de versnellingsbak, de remmen, de radiator en nog zo het een en ander moeten laten vervangen. Zelf zijn we geen sleutelaars en op enig moment bekroop ons het gevoel dat we vaker met Marie naar de garage reden dan dat we er op vakantie mee waren. Ze was in onderhoud op Texel, bij een man die alleen maar in T3’s deed en daar dan ook werkelijk alles vanaf wist. We hebben in die tijd heel Texel aardig leren kennen, want terwijl hij bezig was fietsten wij het eiland over.
Marie-Belle
Om eens andere, modernere campers te ervaren hebben we een keer een Karmann Colorado en een Hymer buscamper gehuurd. De alkoof van de Colorado vonden we te benauwd, maar de T5 als basis reed uitstekend. Van de Hymer beviel ons het compacte, maar niet de Fiat Ducato-basis. Voorjaar 2012 zagen we op internet dat een autobedrijf in Gelderland een tweedehands, uit Duitsland geïmporteerde Fischer uit 1999 te koop aanbood. ‘Voor de grap’ gingen we eens kijken, want zo vaak zie je ze niet in Nederland. Resultaat: in juli werden we de nieuwe eigenaar. Marie hebben we met pijn in het hart te koop gezet op Marktplaats, maar gelukkig konden we haar overdoen aan een paar liefhebbers, die gráág sleutelden. Onze Fischer is een T4 met lange wielbasis en had bij aanschaf 124000km op de teller. Ze (we noemen haar Marie-Belle) heeft een vast halfhoog dak met een groot schuifdakluik. Door dat hogere dak hebben we stahoogte en is er ook boven in de bus heel veel kastruimte. Ze is van binnen afgewerkt met een zachte lichtgrijze bekleding en de kasten en het keukenblok zijn gemaakt van een houtkleurige kunststof. Wij vinden dat ze er van binnen heel knus uitziet en van buiten een mooie lijn heeft. De motor (TDI 2.5 102pk) hebben we meteen bij aankoop laten tunen tot 125 pk. De auto rijdt heel prettig en verbruikt ongeveer 1:11 (diesel). Inmiddels komt de kilometerstand ruim boven de 150000 uit. Marie-Belle is in prima conditie en we verwachten er nog jaren plezier van te hebben. Mochten we uiteindelijk aan een opvolger toe zijn, dan wordt het waarschijnlijk weer een Volkswagen (misschien een Crafter, in ieder geval korter dan 6 meter) die we dan hopelijk geheel naar eigen wensen kunnen laten inbouwen met minstens zoveel kastruimte en een even gezellig interieur. Wel zouden we dan een kleine natte cel aan boord willen hebben – niet zozeer om te douchen als wel om natte kleren in te kunnen hangen.
Campercentrum Nederland
Hoewel we onze camper niet bij het Camper Centrum hebben gekocht, brengen we haar daar wel heen voor onderhoud en dergelijke. Zo ligt er inmiddels een zonnepaneel op en is het oude alarmsysteem (dat het niet goed meer deed) eruit gehaald en vervangen door een Bearlock. Afgelopen mei heeft ze via het Camper Centrum een professionele poetsbeurt gehad waardoor ze er nu van buiten weer als een hele nieuwe auto uitziet. Wat we prettig vinden aan CCN is het gevoel dat ze niet alleen van het autodeel verstand hebben maar ook van het camperdeel. Vlakbij ons in de buurt zit een grote Volkswagen-dealer, waar we noodgedwongen met zowel de oude als de nieuwe Marie wel eens zijn geweest, maar we merken dan wel dat ze daar onze bus louter als bedrijfswagen zien en niet als een recreatie- en woonvoertuig. In het Camper Centrum hebben we wat dat betreft veel meer vertrouwen.
Campercentrum Reizen: van Appingedam tot Marrakesh
De grootste reis die we er tot nog toe mee hebben gemaakt was de Kerstreis Marokko 2013 die vanuit het Campercentrum werd aangeboden. We zijn toen begin december eerst naar Andorra gereden om daar een week te skiën. Van daaruit reden we door Spanje naar Tarifa, waar we de rest van de groep ontmoetten. Wat opviel was dat niemand zichzelf een echte groepsreiziger vond, maar dat we allemaal dachten ‘ach, die 11 dagen moeten we het toch met elkaar kunnen uithouden en het is toch wel makkelijk dat iemand vast de overnachtingsplekken en de excursies in Marokko heeft geregeld’. Die herkenning schiep gelijk een band. Waar tevoren iedereen had verwacht elkaar alleen ’s avonds op de overnachtingsplek te treffen reden we al na enkele dagen vaak met twee of drie auto’s tezamen op. Mede door de grote inzet van onze toerleiders Michel Albregts en zijn kompaan Paul werd het een bijzonder leuke en boeiende reis. Met vrienden van ons die ook mee waren zijn we na afloop samen naar Portugal gereden om daar Oud en Nieuw te vieren. Van daaruit zijn wij toen langs allerlei Spaanse en Franse wijngebieden op ons gemak over secundaire wegen terug naar huis gereden. Diezelfde vrienden hadden trouwens zelfs zo de smaak van Marokko te pakken gekregen dat ze daar afgelopen winter bijna drie maanden hebben rondgezworven. Op onze beurt zijn wij nu van hun verhalen zo enthousiast geworden dat we hun voorbeeld misschien in een van de komende jaren wel gaan volgen, uiteraard dan wel weer met een ski-stop in de Pyreneeën op heen- en terugweg!
Verder zijn we tot nu toe met de camper, net als vroeger met de tent, voornamelijk op stap geweest voor kortere of wat langere trips naar muziekfestivals of culinaire ‘pelgrimages’. Zo bezoeken we regelmatig diverse maritieme festivals in Frankrijk (Paimpol, Brest, Douarnenez, Orléans, Rouen), Duitsland (Vegesack), België (Oostende) en Nederland (Appingedam, Workum). Uiteraard gaan we komende augustus ook weer naar Sail Amsterdam.
Wijn en muziek
Tot de culinaire reizen behoren de wijnreizen. Dan is de camper onze uitvalsbasis voor een verkenning per fiets of te voet van een wijngebied. Zo namen we in 2013 en 2014 deel aan het Fête du Route de Champagne, in de streek zuidoost van Troyes in het zuiden van de Champagnestreek. Je betaalt wat voor de toegang en krijgt daarvoor een glas en een soort bonnenboekje. Daarmee ga je langs de dat jaar deelnemende champagneproducenten, die in ruil voor een bon je glas vullen met één van hun champagnes. Zo kun je heel wat champagnes proeven in de twee dagen die het feest duurt. Het is altijd heel gezellig en ondanks de alcohol blijft het beschaafd. Wij hebben tenminste nog niet meegemaakt dat er mensen compleet beschonken over de straten zwalkten. Naast de Franse wijngebieden zijn we sinds enkele jaren ook de Duitse aan het verkennen. We hebben de Ahrvallei een paar keer bezocht. En op uitnodiging van een man die we in de nazomer bij een muziekfestival in Noord-Duitsland hadden ontmoet mochten we vorig jaar oktober onze camper neerzetten bij een wijnboer in de Pfalz. Onze gastheer was de buurman van de man die ons had uitgenodigd; deze werkte ook voor hem en stond er op dat we het bijna complete assortiment van de wijnboer proefden. Daar hebben we een middag en avond over gedaan en het was zeker geen straf! Zo’n overnachtingsplek als in de Pfalz vinden we het leukst. We staan meestal op een kleine camping, maar ook wel eens op camperplaatsen. Als we maar niet hutje bij mutje dicht op elkaar staan, want dan bedenken we ons al gauw dat we thuis meer privacy en comfort bezitten. Drukke camperplaatsen en campings doen je toch gauw het gevoel van rust en vrijheid verliezen waarvoor je nu juist met de camper op stap was gegaan.
Het comfort van spontaan vertrekken
Voor dit jaar hebben we nog niet erg vastomlijnde plannen. Meestal komt een idee spontaan op en dan is het fijne van een camper voor de deur dat je ook bijna à la minute kunt vertrekken. Na de goede ervaringen met de Marokko-reis hebben we nu wel veel belangstelling voor de reizen naar Schotland en IJsland die Michel Albregts voor het Campercentrum organiseert. Wat we ook nog eens willen doen is door Denemarken, Noorwegen en Zweden naar de Noordkaap en dan door Finland en de Baltische staten weer terug. Twee jaar geleden zijn we met de Hurtigruten langs de Noorse kust tot aan de Noordkaap en terug gevaren. Dat vonden we zo’n fraaie tocht dat we nu Scandinavië wel eens over land willen bereizen. Verder in Europa is er ook nog meer dan voldoende te beleven, dus we zien onszelf nog wel heel wat jaren camperen. Maar ook met de rest van de wereld zijn we nog lang niet klaar; we willen onze vrienden in Amerika en Canada weer eens bezoeken en verder staan in ieder geval Alaska, Australië, Nieuw-Zeeland, Botswana, Namibië, Argentinië en Chili nog op de wensenlijst, al dan niet met huurcampers. Eigenlijk is onze ervaring dat hoe meer je reist, hoe meer je geïnteresseerd raakt in gebieden waarvan je tevoren nauwelijks wist waar ze lagen. Je zou haast denken dat we het thuis niet naar de zin hebben, maar we wonen juist heel prettig en in onze eigen woonomgeving ontdekken we ook na ruim 30 jaar wonen soms nog hele nieuwe en bijzondere plekjes. Bovendien willen we graag onze bijdrage leveren aan die woonomgeving zodat die ook aangenaam blijft. Nico is bv voorzitter van de bewonersvereniging en heeft het daar regelmatig heel druk mee. Marion zou graag voor een dierenasiel willen werken, maar daar hebben ze ook niets aan een vrijwilliger die vaak op reis is, dus zorgt ze nu maar voor deze en gene kat of hond van medebuurtbewoners die ook wel eens op vakantie willen.
Kortom, het moge duidelijk zijn dat wij gekweld worden door keuzeproblemen: blijven we thuis of gaan we weg, waar gaan we heen en hoe en hoe lang? Problemen ja, maar wel bijzonder plezierige luxe problemen. We beseffen heel best dat we bofkonten zijn!